Noodplanning

Een treinramp met gevaarlijke stoffen, een brand in een woonzorgcentrum, overstromingen, een grieppandemie, een ontploffing in een Seveso-bedrijf, … een noodsituatie kan altijd uitbreken. Samen met de vertegenwoordigers van de 5 disciplines coördineert de gouverneur bij de afkondiging van een provinciale fase de hulpverlening, het optreden van de verschillende hulpdiensten en neemt ze de nodige maatregelen. Naast de bestrijding van rampen is ook preventieve noodplanning een belangrijke taak van de gouverneur.

Coördinatie bij een ramp

Zowel op de plaats van de crisis als op bestuurlijk niveau wordt de samenwerking tussen de verschillende hulpdiensten gecoördineerd.

  • De operationele coördinatie gebeurt op de plaats van de ramp in de commandopost-operaties of CP-OPS. Alle disciplines sturen een afgevaardigde naar de CP-OPS, een DIR (directeur) Bw, Dir-Med, Dir-Pol, Dir-Log en Dir-Info. Hier worden operationele beslissingen genomen onder leiding van de Dir-Cp-Ops.
  • De beleidscoördinatie treedt in werking als er beslissingen op beleidsniveau moeten genomen worden. Deze coördinatie gebeurt in een coördinatiecomité of CC. De beleidscoördinatie kan op 3 niveaus gebeuren, die ook noodfasen genoemd worden. Een noodfase is een aanduiding voor de ernst en de omvang van de ramp en geeft aan wie instaat voor de algemene coördinatie.
    • De gemeentelijke fase met de burgemeester als beleidscoördinator en voorzitter van het gemeentelijk coördinatiecomité.
    • De provinciale fase met de gouverneur als beleidscoördinator en voorzitter van het provinciale coördinatiecomité.
    • De federale fase met de minister van Binnenlandse Zaken als beleidscoördinator en voorzitter van het federale coördinatiecomité.

De belangrijkste principes

  • Een noodsituatie wordt bestreden door gespecialiseerde teams. In de noodplanning zijn er vijf disciplines, die elk hun eigen opdrachten hebben en die gecoördineerd samenwerken: discipline 1 (hulpoperaties), discipline 2 (medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening), discipline 3 (politie), discipline 4 (logistieke steun, diverse werken en transport) en discipline 5 (informatie voor pers en publiek).
  • Het rampterrein wordt ingedeeld in zones, die begrensd zijn door perimeters. Elke zone heeft haar specifieke kleur die verwijst naar het gevaar en de toegangsmogelijkheden voor hulpverleners, omwonenden en burgers. De perimeters worden ingesteld om de veiligheid van burgers en hulpverleners te verhogen en om het beheer van de noodsituatie eenvoudiger te maken.
  • Noodplannen beschrijven hoe te reageren op diverse noodsituaties. Er zijn algemene en specifieke noodplannen. Ze worden opgesteld op het niveau van een bedrijf of een instelling, een gemeente, provincie of land.
  • Informatie en communicatie bij een noodsituaties is essentieel. Zowel slachtoffers en hun familie, de bevolking als de pers hebben nood aan duidelijke en objectieve informatie over de noodsituatie. Tijdens een provinciale fase wordt er via de kanalen van de gouverneur regelmatig informatie verspreid over de evolutie van de noodsituatie en over de eventueel te nemen beschermingsmaatregelen door de bevolking.
  • Noodsituaties kunnen ertoe leiden dat mensen tijdelijk hun huis moeten verlaten, zodat ze zich buiten de gevarenzone bevinden. In het kader van de noodplanning kan de bevoegde overheid (burgemeester, gouverneur of minister) omwille van de veiligheid beslissen om te evacueren.

Provinciale rampoefeningen

Rampoefeningen hebben als doel de ‘papieren’ noodplannen uit te testen in een oefenomgeving. Er zijn heel wat soorten oefeningen: alarmeringsoefening, communicatieoefening, tafeloefening, terreinoefening enzovoort. Ze simuleren een crisissituatie en laten toe dat de disciplines elkaar op voorhand beter leren kennen en met elkaar leren samenwerken. De voorbereiding en de coördinatie van rampenoefeningen behoren tot de taken van de gouverneur.

Provinciale veiligheidscel

De gouverneur zit de provinciale veiligheidscel voor. Deze provinciale veiligheidscel is samengesteld uit de provinciaal noodplanningscoördinator, een vertegenwoordiger van elke discipline en van de gerechtelijke overheid en experten. Zij geven advies over de op te stellen noodplannen, het oefenbeleid, de risicoanalyse, het evalueren van noodsituaties enzovoort. Daarnaast bespreekt men in de veiligheidscel bepaalde thema’s, bv. het gebruik van het digitaal informatieplatform, het verwittigingssysteem Be-Alert, de bijzondere risico’s zoals terrorisme, gevangenissen, de kerncentrale, Seveso-bedrijven, …

Wat te doen bij een ramp?

Vijf goede reflexen
  1. Ga of blijf binnen in een gebouw.
  2. Sluit ramen en deuren.
  3. Volg de (sociale) media: luister naar de radio of kijk naar de tv (VRT, regionale zenders).
  4. Vermijd onnodig telefoneren, zodat het netwerk niet overbelast wordt.
  5. Laat de kinderen op school. Ze zijn er in goede handen.
Volg de officiële communicatiekanalen

In een noodsituatie circuleert er veel informatie, zeker op internet. Het is soms moeilijk om onderscheid te maken tussen nuttige en bijkomstige informatie, tussen actuele informatie en verouderde informatie, of zelfs tussen geruchten en bewezen feiten. Volg daarom de officiële communicatiekanalen van jouw gemeente, provincie of lokale interventiediensten (politie, brandweer) om zeker te zijn dat je steeds de juiste informatie ontvangt.

Meteen verwittigd bij een noodsituatie dankzij BE-Alert: schrijf je nu in!

Meer info

Federale dienst van de gouverneur van Oost-Vlaanderen
Federaal huis, Kalandeberg 1, 9000 Gent
09 269 82 72
veiligheid.ovl@ibz.fgov.be

Ga naar de website van het Nationaal Crisiscentrum

Kom meer te weten over hoe je je kan voorbereiden op een noodsituatie